maandag 24 februari 2014

Cars in Cuba





Havana, Cuba. Voordat de automarkt daar echt van bil gaat, wil ik nog even volop genieten van die oude Amerikaanse sleeën uit de jaren vijftig. Want als de Cubanen straks massaal een nieuwe Japanse, Koreaanse of Europese auto kunnen kopen, zal het snel zijn gedaan met de klassieke Amerikanen. Overigens staat de deur voor een 'open' automarkt in het communistische Cuba op een kier. Maar voor een nieuwe Peugeot 208 betaal je daar wel omgerekend zo'n € 70.000. Dus die 'gouwe ouwen' blijven nog wel even rondrijden. En er zijn er nog zat. Vooral de Chevrolets BelAir van midden en eind jaren vijftig zijn hier kennelijk erg  populair geweest. En heel veel van die bolides zijn nog volop in bedrijf. Dat zie je niet alleen, je ruikt het ook. In de vele steegjes van Havana hangt een odeur van petroleum, onverbrande benzine en diesel. Heerlijk voor de liefhebbers van klassiekers. Overigens zijn de meeste Chevrolets en Dodges in de loop der jaren voorzien van een dieselmotor. Vaak van Japanse of Zuid Koreaanse makelij.







Zo zit ik op een gegeven moment in een Hyundodge (zie foto hierboven). De eigenaar heeft het dak van zijn Dodge eraf gezaagd, in het vooronder een Hyundai dieselmotor gemonteerd en voor de stevigheid nog een paar parkertjes in de zijkanten geschroefd. Heel romatisch hoor, maarre... verre van veilig. Na elke bocht kijk ik  achterom om te zien of de achterkant er nog wel aan zit. Ook het dashboard is verre van origineel. Zo wordt er driftig aan een stuur gedraaid dat ooit zijn carrière in een Lada Samara begon. Overigens hoef je niet te kiezen voor zo'n rokende en ronkende Amerikaan. Je kunt ook een fietstaxi bestellen. Of je pakt een brommertje waarop zo'n halve gele eierschaal is geplakt.




Een heel apartt vervoermiddel is de enorme tank die prominent voor het Nationaal Museum staat geplaatst. Volgens de overlevering heeft niemand minder dan Fidel Castro 'himself' met deze tank vanaf het strand hoogstpersoonlijk een Amerikaanse kruiser letterlijk naar de haaien geschoten. Verder liggen er de restanten opgebaard van een Amerikaans U2 spionagevliegtuig dat begin jaren zestig door de Cubanen is neergehaald. Wat zijn ze trots op deze overwinningen! Binnenin het museum is het een grote fototentoonstelling. Onder de zwart-wit foto's hangen tekstjes die ooit met een oude Remington typemachine zijn ingetikt. Je gaat vijftig jaar terug de tijd. Behalve de triomfen van baas Fidel worden ook nog steeds de heldendaden van Che Guevarra bejubeld. De van oorsprong Argentijnse arts, die voorop liep in de revolutie, zijn ze op Cuba nog steeds niet vergeten. Alle petjes, T-shirts, sigarendoosjes en andere toeristische prullaria zijn met zijn beeltenis versierd.






Ook een 'moetje' in Havanna is de lunch gebruiken in het restaurant waar schrijver Ernest Hemmingway vaste gast was. En vergeet dan niet je naam op de muur te krassen ten teken dat jij er ook bent geweest. Tienduizenden gingen je voor. En als je een beetje beroemd bent, mag je ook een foto van jezelf aan de muur hangen. Zo zie ik langs het trappetje een protret hangen van pianist Cor Bakker. Zoals ik al zei, een beetje beroemd is al genoeg...












Het is niet alleen maar Amerikaans dat er rondrijdt. De kenner zal hier meteen de Citroen Traction Avant in herkennen.