vrijdag 25 januari 2013

Opgelicht!

'Kijk uit hoor, met die Thaise dames hier. Ze zijn alleen maar op je geld uit,' waarschuwt de Nederlandse pensionado Thijs uit Arnhem mij. 'Ik weet er alles van. Ze lichten je op waar je bij staat.' Nu weet ik dat al. Maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Thijs ontmoet ik in december 2012 op een terras in het Thaise Hua Hin. Tijdens zijn werkzame leven was hij verslaggever bij De Gelderlander. We hebben meteen een leuk gesprek over de teloorgang van de journalistiek. Na zijn pensioen is hij naar Indonesie verhuisd. En later naar Thailand. Hij woont hier al geruime tijd met zijn veel jongere Thaise geliefde. En hoewel de Fortuyn-kale Thijs toch al de zeventig is gepasseerd, wordt hij nog vader ook. Vindt hij leuk. 'Met een redelijk pensioen kan ik hier goed leven,' meldt hij. Een keurige vent. Hij drukt zich buitengewoon goed uit. En fysiek mag hij er ook zijn. Hij is gebruind van top tot teen. En hij heeft nog steeds een atletisch figuur. Waar ik hem mee complimenteer. 'Ik fiets hier elke dag 100 kilometer,' beweert hij. Ik trek dat in twijfel. 'Dan moet je fiets een rijdende bidon zijn. Met die hitte hier.' Van de andere kant, een gespierd en getrainde senior is hij wel.
We spreken af elkaar elke dag te treffen voor een kop koffie. Hij is nu even alleen omdat zijn vrouw bij familie in Bangkok zit. Een leuke man met goede verhalen. En elke keer als we uit elkaar gaan, waarschuwt hij mij nogmaals: Leg het niet aan met Thaise meisjes. Je gaat er financieel aan.'
Drie dagen gezellige gesprekken volgen. Dan wordt het vrijdag. Thijs komt met een bezorgd gezicht het terras opgelopen. Ik vraag hem wat er aan de hand is. 'Problemen. Mijn pensioengeld is niet aangekomen op de bank hier. Het geld is op een verkeerde rekening overgemaakt. Ik heb al met de bank gebeld en ze hebben beloofd het probleem volgende week op te lossen. 'Maar nu heb ik een accuut geldprobleem.' Ik vraag hem of hij dan geen buffer heeft. Het leven is tenslotte zoveel goedkoper hier. Thijs heeft geen reserves omdat zijn vrouw met een pak geld naar haar familie is vertrokken. Kort en goed: of ik hem 3.000 Baht kan lenen. Dat is € 75,-. 'Je krijgt het geld maandag terug. Dan trakteer ik gelijk op een etentje.'
Hoe krap hij kennelijk zit, wordt duidelijk als hij voorstelt om gelijk naar een ATM machine te lopen. Kunnen we gelijk pinnen. Ik twijfel. Spreekt hij nou de waarheid of niet? Zo'n nette man, in de zeventig, zal toch wel eerlijk zijn? Ik schiet toch maar in de veilige modus. Want ik wil niemand in de buurt hebben als ik met mijn Visa-card ga pinnen. Ook Thijs niet. Dus vertel ik hem om later in de middag op dezelfde plek af te spreken. Dan zal ik hem van geld voorzien. 'Echt, je krijgt het maandag terug,' verzekert hij mij nogmaals.
Ik zit in een enorm dilemma. Als ik hem niet help, heeft hij wellicht echt problemen. Als ik hem wel geld leen, zie ik het wellicht nooit meer terug. Maar hij woont hier. En zo groot is Hua Hin nu ook weer niet. Dus ik ga hem toch wel treffen. Maar ik besluit om het verzoek van 3.000 Baht niet te honoreren. Ik ga hem 2.000 Baht geven (€ 50,-). Daar kun je twee dagen zeer goed van rondkomen in Thailand. Die middag pakt Thijs gretig de centjes aan. Nerveus is hij wel. Hij tikt met zijn zwarte schoentjes de hele tijd op de vloer. 'Je helpt mij enorm. Morgen weer koffie?'
Ik heb Thijs (als hij al zo heet) nooit meer gezien. Verdwenen. Het verlies van die vijftig euro kom ik wel weer te boven. Maar mijn vertrouwen in de mensheid heeft weer een behoorlijke kras opgelopen. Ik vertel het verhaal aan Thaise Nana, bij wie ik een kamer huur. Ze moet lachen en ze noemt mij 'very stupid.' Waarbij zij mij meteen een welgemeend advies geeft: 'Kijk uit met die vreemdelingen hier die zogenaamd problemen hebben. Ze zijn alleen maar op je geld uit.'